top of page
Foto van schrijverJaela Cole

Marie

De frisse verschijning die Marie is, en haar lichtvoetig klinkende hulpvraag doen me twijfelen tussen wat ik zie en wat ik aanvoel. Haar stem klinkt hoog en helder. Haar grote ogen en haar gulle lach doen hun best om me te overtuigen van haar vrolijkheid. Maar wat ik voel is een groot verdriet. En Maries vriendinnen gaven haar de moedige boodschap om eens “met iemand te gaan praten”. Hier zit ze dan, ze luisterde braaf, toch? Ze wordt gewoon gemakkelijk verliefd, schokschoudert ze. Ze is nu eenmaal een alles of niets wezen. Als ze iemand leert kennen, gaat het snel. Tiktak, haar eitjes, weet je wel?

“Waarom wachten als de liefde groot is en het zo goed voelt? Alsof de ruimte tussen zijn armen voor mijn lichaam voorbestemd was! Ik paste er in als een baboesjka, ken je die Russische poppetjes, Jaela?”

Maar eens ze bij haar partner intrekt, spat de luchtbel kapot en voelt ze die hand om haar keel die haar de adem afsnijdt. De zevende pijnlijke relatiebreuk was er ook voor haar vriendinnen te veel aan. “Ik snap hen wel, het zijn schatjes, die vriendinnen van me. Maar helpen verhuizen vinden ze – met zwangere buiken – niet meer zo leuk als vroeger.” Ik doe beroep op haar zachtheid door te vragen of het echt de zwangerschappen zijn of de moedeloosheid is die haar opvangnet doet afhaken? Ze kijkt me peinzend aan. Het zijn de baby’s, beslist ze. Want het is te confronterend voor haar bff’s om te voelen hoe zij nog steeds de liefde kan vieren, want the girls conformeerden zich: Samen zappend op de bank, met een zak hand sliced organic dry grilled dill chips. “Is dat het dan?”, vraagt ze zich af. Ik breng haar naar een plek waar ze alles mag kiezen. ‘Marie gaat op reis en neemt mee…’, heet het werk. Door haar focus van het relationele naar het innerlijk voedende te leiden, ontdekt ze dat ze haar identiteit ontleent aan haar koppelstatus. ‘Hij’ zal haar vervolledigen, ‘hij’ schetst de pennentrekken van haar portret. Maar wie en hoe die ‘hij’ dan is, weet ze niet. “Wat wil je dat er op je grafsteen staat?”, vraag ik nieuwsgierig. “Dat ik de moeite waard was.” Breekbaar klinkt haar vraag: “Dat ben ik toch?” Ik geef haar terug dat ik dat met nadruk wil bevestigen maar dat het nog beter werkt als ze dat zelf kan. Maar het voelt zo goed wanneer iemand anders haar bekrachtigt. Hij moet haar zien, erkennen, en dankzij zijn nederige aard, nodig hebben. Dan is alles goed. Het kiezen van een levenspartner zou een proces van voelen en consolideren moeten zijn, een partnerkeuze waarbij iets voor de ander willen betekenen de intentie is.

Liefde op basis van angst – dus uit noodzaak – ontmoet ik te vaak in deze ruimte.

Telkens wanneer Marie samenwoont, wordt ze bang. Het is dan geen kwestie van ‘of’ maar van ‘wanneer’ hij de teleurstelling die ze is, gaat ontdekken. Voor Marie breekt er een tijd aan van verstillen en vertragen om naar de ravage te kijken. Eerst met ontzetting, dan met treurnis, later met aangeleerde mildheid. Liefdespijn vraagt tijd, maar uiteindelijk verlangt het hart naar opnieuw en als nieuw te mogen liefhebben. “Een Beyoncé’ke doen”, knikt ze. De superster vergaf haar man, én koos opnieuw voor hem. Maries ogen lichten op: “Queen B moest wel eerst haar versie van ‘Jolene’ zingen.”

Column De Morgen Magazine, zaterdag 8 juni 2024

56 weergaven

Recente blogposts

Alles weergeven

Jiska

Marissa

Comments


bottom of page