De rouwvraag overstegen we al na vier sessies. Niet dat Madeleine hem niet mist, want dat doet ze wel. Elke dag, elk uur en elke minuut.
“Het was een goede man, Jaela”, zegt ze met vochtige ogen.
Hoewel zijn dood lang op voorhand aangekondigd was, bleef ze onthutst achter. De overgang van die dagvullende zorg naar het grote niets was ontwrichtend en confronterend. Zijn trage aftakeling bereidde haar niet voor op de snelheid van zijn wegglijden. Ze heeft de dood zich zien meester maken van een weerloos lichaam, en verlangde ernaar om zelf te mogen gaan. Maar na de eerste rouwweken voelde deze kranige eenentachtigjarige vrouw de urgentie om de resterende jaren van haar leven zelf in handen te nemen. Zes decennia stond ze ten dienste van haar kinderen en kleinkinderen, de laatste vijf jaar van haar man. Het was tijd om haar eigen beste vriendin te worden. En daar had ze hulp bij nodig.
“Er is iets waar ik het met jou nog over wil hebben”, kondigde ze al bij onze eerste ontmoeting aan. ‘Het’ lag delicaat en we spraken af dat ik haar tempo zou volgen, dat ze echt de tijd mocht nemen om te voelen of en wanneer ze ‘het’ mij wilde toevertrouwen.
Vandaag is het zover. Ze schraapt haar keel. Het blijft even stil.
“’Het’ gaat over seks”, zegt ze.
Ik giechel, meer door de lange aanloop die ze nodig had en de spanning die ik intern voelde opbouwen, dan door het onderwerp. Zij giechelt ook. Het gibberen wordt lachen en het lachen aardt uit in de slappe lach. De tranen rollen over haar wangen.
Haar man had niet zo’n hoog libido, en over haar niet ingevulde behoeftes praten zou hem te hard gekwetst hebben, vreesde ze. Dus paste ze zich seksueel aan hem aan, waar ze geen spijt van heeft. Dat laatste moet ik echt in mijn oren prenten, beveelt ze. Ik beloof haar nooit iets slecht over haar overleden echtgenoot te denken of te zeggen. Want het was een goede man, weten we.
“Sinds een maand of drie beoefen ik de zachte zelfliefde”, fluistert ze.
De dubbele letter z blaast ze net wat langer aan. Haar moe gewerkte handen rusten in haar schoot. Haar vingers lijken de porseleinen huid te willen strelen.
“Ben ik wel normaal?”, vraagt ze hees.
Ik krijg een krop in de keel. Het raakt me.
“Huil jij nu?” Niets ontgaat haar.
Ze vraagt of het dan zo erg met haar gesteld is. Ik gebruik mijn stem, handen en lichaam om haar van het tegendeel te overtuigen. Haar durf om dit op tafel te leggen valideer ik. Haar gemis, het verlangen naar fysieke aanrakingen en genot, haar levenslust en haar emotionele intelligentie benoem ik ook.
“Wat is normaal?”, vraag ik haar.
Het is niet normaal dat een ‘oude’ vrouw over masturberen durft te spreken, ook is het niet normaal dat ze, na het verlies van haar man, hulp zocht. Het is niet normaal dat ze na al die jaren van winterslaap haar lichaam zachtjes strelend wakker maakte, het is zeker abnormaal dat ze ervan geniet.
“Leeftijdsoverschrijdende innerlijke en uiterlijke schoonheid is zeldzaam. Dus niet normaal.” Met die zin rond ik af.
Ze kijkt me schalks aan. “Ik wil dat leren!”
Met ‘dat’ bedoelt ze ‘het’. Madeleine ontroert, verrast en betovert me keer op keer.
Voor mijn werk word ik verloond. Maar wat ik hier krijg, is onbetaalbaar.
Column De Morgen Magazine 21 oktober 2023
Comentarios