Ze plukt een tissue uit de doos en snuit haar neus. “Ik kan het niet meer aan, gast!” Haar lief, Nathan, ligt half onderuit op de bank. Hij ziet eruit alsof hij een douche nodig heeft. Hoewel we er lang genoeg bij stil stonden, koesterde Zoë na het vorige gesprek toch opnieuw hoop. In die sessie was het mij opgevallen dat Nathans huidskleur een grauwe ondertoon had, zijn ogen rood omrand waren en zijn pupillen de amberkleurige irissen bijna wegduwden. Ook vond hij het toen, in tegenstelling tot vandaag, lastig om te blijven zitten.
“Ben je nuchter, Nathan?” vroeg ik hem toen. Uiteindelijk gaf hij toe dat hij gebruikt had.
Zoë sperde haar ogen open en ontplofte. “Gast, hoe wasted ben jij?”
Vandaag lijkt hij niet onder invloed, maar voor ik victorie kan kraaien, laat Zoë me met samengeknepen lippen weten dat hij is net terug is van een tweedaagse slooptocht. Na achtenveertig uur zwerven, is hij nu – natuurlijk – down and out. Toen hij die eerste nacht niet thuis kwam, was Zoë weer in alle staten. En dat vervloekt ze. Ze vindt zichzelf een slappe trut, een aanhankelijk dwaas schoothondje. Toch blijft ze uitkijken, en bellen. Maar dit keer nam hij zijn gsm niet op, zijn ‘gebruikersvriendjes’ wisten ook niet waar hij uithing en hem gaan zoeken doet ze niet meer. Vorige keer kon ik met veel doorvragen en geduld zijn antwoorden samenleggen tot ik een duidelijker beeld van zijn verslaving had. Daarnaast bracht ik de boodschap over dat het werken aan relatieproblemen niet veel kans op slagen heeft, als er sprake is van een actieve verslaving. Zolang hij gebruikt, zal er altijd een grotere en belangrijkere liefde in Nathans leven zijn, begreep Zoë. We werkten door en zo sijpelde, met de nodige weerstand, het besef binnen dat hij zichzelf verdooft om niet te voelen waar het pijn doet.
“Wat is je overkomen?” vroeg ik.
Zijn vader verliet hem en zijn moeder toen hij zeven was, hij kwam nooit meer terug. Sindsdien worstelt Nathan met iedere vorm van autoriteit, hij stopte met school op zestien en hij werkt in horecazaken die hij even vlot inwisselt als zijn gsm. Het wegsnuiven van zijn pijn heeft naast de fysieke aftakeling, de gebroken relaties, de conflicten en de financiële onzekerheid nog een bijkomend effect. Hij voelt de fijne gevoelens ook niet meer. Hij voelt helemaal niets meer. Dit inzicht bracht opnieuw kleur op zijn wangen en Zoë zag het. Samen met zijn bereidwilligheid kwam ook haar hoop. En ik zag het.
Vandaag zal ik de link tussen de vorige sessie en zijn tweedaagse vlucht leggen. Maar Nathan, voos van vermoeidheid, heeft andere plannen en legt zijn hoofd op zijn benen. Ik ga op mijn hurken voor hem zitten.
“Je verslaving is niet het probleem, Nathan, maar het willen verdoven van de pijn die je niet wil of kan voelen wél.”
Bijna onverstaanbaar mompelt hij dat hij vanbinnen kapot is. We geloven hem op zijn woord, en wat er nog zou rechtstaan, vernielt hij zelf wel.
“Ik wil je vragen of je al overwogen hebt om te stoppen met gebruiken.” Hij heft zijn hoofd op en zucht.
“Je gebruik is een manier om te blijven staan, maar als je blijft staan, is er ook geen beweging. Zolang jij blijft gebruiken, krijg jij jezelf en ik jullie relatie niet in beweging.”
Zoë zakt moedeloos in elkaar. Ze huilt met lange halen en heftige schokken. Ik vraag aan Nathan om haar in zijn armen te nemen, wat hij onmiddellijk en wonderlijk zacht doet. Mijn oog valt op zijn linkerhand, die draait het uitstekende etiketje van haar trui naar binnen.
Column De Morgen Magazine, zaterdag 19 novemebr 2023
Comments