top of page
Foto van schrijverJaela Cole

Lotte

Wanneer ik mijn telefoon opneem, moet ik mezelf drie keer kenbaar maken. De stilte aan de andere kant van de lijn had ik bijna als bluetooth-gerelateerde storingen geklasseerd maar Lottes stem klinkt breekbaar wanneer ze vraagt of ik ook hopeloze gevallen wil behandelen. Ik glimlach en antwoord dat relatiebegeleiders in het land der hopelozen slapend rijk worden. Maar Lotte heeft al opgehangen en ik, ik kan mezelf wel meppen. ’s Avonds bel ik haar op en verontschuldig me voor mijn brakke telefooncommunicatie, en we maken een afspraak.

De vrouw waar ik de deur voor opendoe, verrast me. In haar rode jas en met even rood gestifte lippen straalt ze een fragiele maar zeer aanwezige kracht uit.

Ze voelt niets meer voor Bram, haar lief-je. Het door haar net iets te laat toegevoegde verkleinwoord is van cruciaal belang, voel ik. Hij gaf haar een ultimatum: ze zocht therapie of het stopte daar. Ze wonen niet samen. Hij wilde niet in een mausoleum leven.

Three people is a crowd, zegt hij altijd. Lotte haalt haar schouders op en beweert dat een latrelatie haar sowieso beter uitkomt. Beetje bij beetje begrijp ik dat Bram het woord mausoleum niet symbolisch gebruikt.

Hij gaf haar een ultimatum: ze zocht therapie of het stopte daar.

Vijf jaar geleden vertrok Lottes grote liefde Wietse met drie vrienden in een Golf-je naar Frankrijk. Ze glimlacht bij de herinnering en beschrijft hoe drie bijna-mannen, hun ledematen te groot voor die wagen, uit het raampje hingen om te zwaaien alsof hun leven ervan af hing. Lotte schaterde door haar afscheidstranen heen toen ze nog eens toeterend voorbij reden. Alsof ze het wisten…

Die nacht werd hun auto aangereden door iemand die een te hoog alcoholpercentage in zijn bloed bleek te hebben. In volle snelheid raakte zijn auto hun rechter voorflank en Wietse, die vooraan op de passagierszetel sliep, was op slag dood. Zijn drie vrienden overleefden de klap, Lotte overleefde nauwelijks het verlies.

Haar nieuwe vriend Bram is fan van The Walking Death. Maar de liefdesrelatie met de zombie die Lotte is, beschouwt hij niet meer als levensvatbaar, vertelt ze.

Ze heeft humor, deze jonge vrouw wiens hart eruit gerukt werd. De pientere fraulein geeft me quasi nonchalant mee dat haar huis wel zeventien foto’s met een breed glimlachende Wietse telt. Dat ze nog steeds kleding van hem bewaart. Op hangers. In haar kleerkast. Dat ze er nog altijd aan ruikt en zijn laatst gedragen T-shirt elke nacht onder haar hoofdkussen slaapt. Ik kan alleen maar luisteren.

Het gaat nooit meer weg, weet ik. Maar het verlies beweegt mee, zeg ik.

“Naar waar?”, vraagt ze adrem.

Ik vind het een goede vraag, één waar we de rest van ons uur de handen vol aan hebben.

“Wat met je lief-je?”, vraag ik terwijl ik onze nieuwe afspraak inplan.

“Pfft”, zucht ze. “Bram is een meter tweeënnegentig, laten we een kat een kat noemen, ik wilde gewoon een lief-je.”

Ze wilde wel die warme armen, maar niet iets wat in de buurt kwam van haar allesomvattende lief-de voor Wietse.

Dat je bij een grote man als Bram ook kan schuilen en steun zoeken, wuift ze weg.

“Zo groot was hij nu ook weer niet”, gniffelt ze en ze steekt een pinkje omhoog.

“Het leven moet met liefde en humor worden geleefd. Liefde om het leven te begrijpen, humor om het te verdragen.” (Carlos Fisas)










86 weergaven

Recente blogposts

Alles weergeven

Robbie

Tinka

Commentaires


bottom of page